‘Vrijwilligerswerk moet je niet verplichten’

Vrijwilligers willen tegenwoordig best de handen uit de mouwen steken, maar deinzen terug voor een jarenlange verbintenis die aanvoelt als een tweede job. Niet zelden moeten ze aan het einde van hun ‘loopbaan’ een eigen opvolger regelen. Vrijwilligersorganisaties moeten met dit alles rekening houden en tegemoetkomen aan de wens van vrijwilligers om flexibeler inzetbaar te zijn.

Onder de ongeveer vijftig aanwezigen bleek verder weinig tot geen draagvlak voor het idee om AOW-uitkeringsgerechtigden bijvoorbeeld twee dagen per week voor vrijwillige klussen op pad te sturen. Een ander voorstel, waarbij werknemers binnen de cao van hun werkgever structureel de ruimte krijgen om nu en dan vrijwilligerswerk te verrichten, kon evenmin rekenen op applaus.

Directeur Herman Nugteren van Welzijn Barneveld, dinsdag één van de sprekers, ziet daarom weer een prominente rol weggelegd voor bijvoorbeeld zorginstellingen, kerken en (sport)verenigingen. ,,Vroeger bracht je een kop soep bij de buurman, maar zelfs die vorm van zorg is de laatste jaren steeds verder geprofessionaliseerd. Nu we zien dat de overheid zich onder druk van bezuinigingen terugtrekt, doemt de vraag op hoe we dat gaan opvangen. Taken moeten we dus weer terugleggen bij het maatschappelijk middenveld. Daarvoor is een systeem nodig, zonder dat de vrijwilliger het gevoel krijgt dat hij een tweede baan heeft aangenomen.”

Debatleider en CDA-raadslid Kees van der Werf proefde in het debat daarnaast de behoefte om alleen vrijwilligerswerk op te pakken dat aansluit bij de eigen talenten. Met de waardering van het werk is het nogal eens mis, vindt hij. ,,Kan een vrijwilliger een keer niet, dan krijgt hij dat meteen op zijn bordje. Een reactie die nogal eens aanvoelt als een reprimande van de eigen baas.”

Het aantal Nederlanders dat bezig is met vrijwilligerswerk slinkt. Momenteel zet veertig procent zich belangeloos in voor de medemens. De praktijk wijst bovendien uit dat nieuwe klussen vrijwel altijd op de schouders van vaak al overbelaste vrijwilligers neerkomen. Van der Werf zou in plaats daarvan graag zien dat ook de ‘stilzittende’ zestig procent meedoet. Om dat voor elkaar te krijgen, moet vrijwilligerswerk zich profileren als leuke bezigheid en niet als een verplichting.

Ook regelgeving van de overheid kan een rem zijn. De soep die vroeger van het fornuis van de buren kwam, wordt nu HACCP-gecertificeerd afgeleverd, met een keurmerk voor voedselveiligheid. Ouderen die een fietstochtje op touw zetten, moeten een verkeersregelaar in de arm nemen. Gemeentelijke bureaucratie leidde bij de organisatie van de Oranjeweek in Barneveld zoals eerder gemeld tot onvrede onder vrijwilligers. Van der Werf: ,,Tijdens het Schaffelaarpodium hoorde ik stemmen opgaan die zeiden: ‘If you can’t beat them, join them’. Als je samen met de overheid optrekt, valt er best wat te regelen.”

De discussie over vrijwilligers was uitstekend getimed: de Europese Unie heeft 2011 uitgeroepen tot Jaar van de Vrijwilliger. Het organiserende SchaffelaarPodium profileert zich als ,,zeepkist die gedachten over maatschappelijke en culturele vragen wil scherpen en met elkaar deelt.”

Het debat in de Barneveldse bibliotheek vond voor de twaalfde keer plaats. Eerder ging het onder meer over jeugdzorg en integratie.Gespreksleider Kees van der Werf laat het publiek aan het woord.

Copyrights: Barneveldse Krant – www.barneveldsekrant.nl